CrossFit woordenboek

Heb jij al eens een Crossfit-les gevolgd of ben je van plan de box (de plek waar je aan Crossfit doet) te betreden? Dan kan dit woordenboek zeker van pas komen. Je zult merken dat je zonder research naar de benamingen er de eerste paar lessen niks van begrijpt. Natuurlijk is er ruimte om vragen aan de trainer te stellen, maar het is ook de bedoeling dat hij aan zijn lessen toekomt.

Ik wil

meer lezen

Een echte Crossfitter worden

Als je een echte Crossfitter wilt worden (en de trainer gedurende de les niet teveel te hoeven storen) is het noodzakelijk om de taal der Crossfit écht te beheersen. Het is namelijk erg handig als je tijdens de WOD (workout of the day) weet welke oefening je moet uitvoeren én op welke manier. Print ze uit en hang ze boven je bed, zodat je ze niet meer vergeet.

Work Out of the Day

Workout of the Day
De resultaten van deze WOD worden op een whiteboard bijgehouden om een competitie-element aan de training toe te voegen. Gedurende de training wordt er onder andere gebruikgemaakt van barbells, wall balls, kettlebells, touwen, kisten, ringen en pull up bars. De oefeningen bestaan voornamelijk uit natuurlijke lichaamsbewegingen zoals duwen, (op)trekken, stoten, tillen, springen, klimmen en rennen. Het doel van CrossFit is om ongeacht leeftijd, beroep of fysieke gesteldheid, zo effectief en veilig mogelijk fit en gezond te worden.

De training is elke dag anders om je lichaam te blijven verrassen voor maximaal resultaat.
Bij CrossFit train je alle 10 aspecten van fitheid:
-Cardiovasculair vermogen
Verzamelen, verwerken en leveren van zuurstof aan spieren.
-Uithoudingsvermogen
Vermogen van lichaam om langdurig energie te leveren.
-Kracht
Ontwikkelen van kracht.
-Flexibiliteit
Maximaliseren van bewegingsuitslag.
-Power
Uitoefenen van maximale kracht in minimale tijd.
-Snelheid
In zo kort mogelijke tijd uitvoeren van een beweging.
-Coördinatie
Combinatie van verschillende bewegingspatronen tot één beweging.
-Behendigheid
Snelheid waarmee van één beweging naar een andere beweging kan worden overgegaan.
-Balans
Beheersing van het zwaartepunt van het lichaam.
Nauwkeurigheid
Beheersing van een beweging in één bepaalde richting of intensiteit.

Algemene termen:
  • BOX
    De gym/ruimte waarin Crossfit wordt beoefend.
  • Barbell
    Zo heet de stang waaraan gewichten hangen waarmee je gaat liften.
  • Buy in
    Één voorwaarde, je mag pas aan de workout beginnen nadat je deze opdracht hebt voltooid (bijv 20 burpees, 400m run etc.).
  • Buy out
    Voorwaarde, voordat je workout afgerond is, moet je deze opdracht voltooien (bijv 100 double unders).
  • CFT: Crossfit total
    Benchmark workout
  • W-up: Crossfit warming up
    De warming up binnen crossfit.
  • Gym: Gymnastics
  • OLY: Olympic Weightlifting
  • DNF: Did not finish
    Je kon de workout niet afmaken binnen de tijd.
  • DNS: Did not start
    Je kon de workout niet starten wegens welke reden dan ook (ook: Missing in Action/ AWOL absent without leave).
  • GPP: General physical preparedness:
    Algemene fysieke paraatheid.
  • No-Rep
    Als een oefening niet volgens de van te voren bekende beweging-standaard wordt uitgevoerd, dan is dit een no-rep.
  • PR: personal record
    Persoonlijk record (ook: PB, personal best).
  • REP: repetition
    Herhaling.
  • 1RM: repetition max
    Maximaal gewicht op één herhaling dat je kan liften.
  • RX: as prescribed
    Zoals voorgeschreven, je hebt de workout precies gedaan zoals beschreven of aangegeven.
  • SET
    Aantal herhalingen.
  • WOD: workout of the day
    Workout van de dag.
  • FUBAR: f*ed up beyond all recognition
    Ik was FUBAR na die workout.
  • DB: Dumbbell
  • KB: Kettlebell
  • 21-15-9
    Specifiek rep schema voor workouts
  • Benchmark WODs
    Workouts die regelmatig terugkeren om vooruitgang meetbaar te maken. Zoals o.a. Cindy:  5 Pull-ups, 10 Push-ups en 15 Squats – zoveel rondjes mogelijk binnen 20 minuten.
Verschillende formats van workouts:
  • AMRAP: As Many Rounds As Possible
    Workout format waarbij het doel is zoveel mogelijk herhalingen (rondjes) binnen de tijd te behalen.
  • EMOM: every minute on the minute
    Workout format waarbij je binnen een minuut een oefening of meerdere oefeningen moet afronden, vaak heb je de resterende tijd binnen de minuut rust.
  • AFAP: as fast as possible
    De workout in zo’n kort mogelijke tijd afronden.
  • CHIPPER
    Een workout met meer dan vier verschillende oefeningen.
  • METCON: metabolic condition
    Intensieve workout op conditie.
  • RFT: rounds for time
    Een aantal oefeningen die je zo snel mogelijk moet uitvoeren op tijd.
  • TABATA
    Hele intensieve workout format van 20 seconden werk en 10 seconden rust voor een gegeven aantal sets en oefeningen.
Verschillende manieren om oefeningen uit te voeren:
  • BW: bodyweight
    Het gewicht voor de oefening is hetzelfde als je lichaamsgewicht.
  • A2G squats: ass to the grass
    Een squat zo diep mogelijk uitvoeren.
  • C2B pullups: chest to bar
    De oefening moet met je borst tot de bar worden uitgevoerd.
  • OH: overhead
    Boven het hoofd.
  • Hang position
    Positie iets boven kniehoogte.
  • Hi-hang position
    Positie net onder heuphoogte.
  • TNG: touch and go
    Hierbij doe je een aantal barbell-herhalingen na elkaar zonder dat je het gewicht de grond laat raken.
  • Full
    Inclusief squat (bijv. full snatch).
  • Pause
    Oefening wordt gepauzeerd op een bepaalde positie.
  • Tempo
    Oefening wordt met een bepaald tempo uitgevoerd.
  • Strict
    Beweging moet strict (zonder kipping heupbeweging) worden uitgevoerd.
De oefeningen:
  • PU: pull-up or push-up
  • SQ: squat
  • BS: back squat
  • FS: front squat
    Squat met het gewicht voor het lichaam.
  • OHS: overhead squat
  • Pistol: one-legged squat
  • BP: bench press
    Bankdrukken.
  • BS: back squat
    Squat met barbell achter je lichaam.
  • C2: concept to rowing machine
    De roeimachine.
  • Assault Bike: satan’s tricycle
  • SkiErg: ski ergometer
  • Clean & Jerk
    Olympic Weightlifting oefening waarbij de barbell in van grond naar de schouders en naar de overhead positie wordt gebracht
  • Snatch
    Olympic weightlifting oefening waarbij het gewicht vanaf de grond in één vloeiende beweging naar overhead positie wordt gebracht.
  • DL: deadlift
  • DU: double unders
    Tijdens touwtje springen het touw twee keer onder je voeten door laten gaan in één sprong
  • Triple-Unders
    Per sprong gaat het springtouw drie keer onder je voeten langs
  • GHD: Glute Ham Developer
    Toestel specifiek bedoeld om het gluteus en hamstrings te trainen, maar waarbij je ook GHD sit-ups en bijv back/hip extensions kunt maken.
  • HSPU: handstand push-up
    Push-up in handstand positie
  • KBS: Kettlebell Swing
  • AKBS: American kettlebell swings
    Kettlebell swing tot overhead
  • RKBS: Russian Kettlebell swings
    Kettlebell swing tot ooghoogte
  • TGU: Turkish Get-Up
  • TTB: toes to bar
    Tenen naar de bar
  • KTE: knee to elbows
    Gymnastische beweging waarbij je hangend aan een pull-up stang vanuit volledig uitgestrekte positie met je knieën je ellebogen moet aantikken.
  • Kipping
    Variatie op de pull-up beweging waarbij je een schommelende beweging maakt met als doel, snellere pull-ups en groter volume.
  • MU: muscle up
    Gymnastische oefening, pull en push beweging.
  • OHS: overhead squat
    Squat met een gewicht boven je hoofd.
  • PP: push press
    Een gewicht van je schouders tot boven je hoofd tillen.
  • RKBS: Russian kettlebell swings
  • RC: rope climb
    Touwklimmen.
  • RD: ring dip.
  • SDHP: sumo deadlift high pull
    Een soort deadlift, maar hier trek je het gewicht explosief door tot sleutelbeen hoogte.
  • WBS: wall balls
    Met een zware bal in je handen maak je een squat en vervolgens gooi je, terwijl je opstaat, de bal hoog tegen de muur.
  • WL: walking lunge
    Met één voet stap je naar voren en buig je je benen totdat je achterste knie de grond raakt.